Schenken & Erfrecht
Schenken

Schenking volgens Surinaams recht
Wat is een schenking?
Een schenking is een overeenkomst waarbij een persoon, de schenker, zich verplicht om om niet (dat wil zeggen: zonder tegenprestatie) een vermogensbestanddeel over te dragen aan een ander, de begiftigde, met als doel deze te bevoordelen.
Een schenking kan verschillende vormen aannemen:
Contant geld of geldbedragen;
Roerende zaken zoals sieraden, kunst of voertuigen;
Onroerende zaken, zoals een perceel of woning;
Aandelen of andere vermogensrechten;
Ook de kwijtschelding van een schuld – bijvoorbeeld een lening aan een kind – wordt juridisch als schenking aangemerkt.
De vorm: Schriftelijke vastlegging van een schenking
Voor bewijs en rechtszekerheid is het aan te bevelen elke schenking schriftelijk vast te leggen. Dit kan:
via een onderhandse akte, of
via een notariële akte.
Voor onroerende zaken (zoals woningen en percelen) is een notariële schenkingsakte wettelijk verplicht. In Suriname dient deze akte te worden verleden voor een notaris die in Suriname is gevestigd.
Indien de schenking betrekking heeft op een registergoed, wordt een afschrift van de schenkingsakte ingeschreven in de openbare registers van het MI Gliskantoor (Kadaster).
Indien het onroerend goed eigendom is van echtgenoten die in gemeenschap van goederen gehuwd zijn, dienen beide echtgenoten de akte van schenking en aanneming (de transportakte) te ondertekenen. Zijn zij gehuwd onder huwelijkse voorwaarden met beperkte gemeenschap, dan is medeondertekening ook vereist wanneer het geschonken goed in de gemeenschap valt.
Indien een van de echtgenoten niet persoonlijk aanwezig kan zijn, moet een schriftelijke volmacht worden overgelegd.
Bepalingen en voorwaarden bij een schenking
Een schenking kan onder bepaalde bepalingen (clausules) worden gedaan. Enkele veelvoorkomende clausules zijn:
1. Uitsluitingsclausule
Deze bepaling zorgt ervoor dat het geschonken vermogen buiten de huwelijksgemeenschap van de begiftigde blijft. Indien de begiftigde later in een echtscheiding belandt, kan de ex-partner geen aanspraak maken op het geschonken vermogen.
Een dergelijke clausule wordt ook vaak in testamenten opgenomen, maar kan ook expliciet aan een schenking worden verbonden. Advocaten van ex-echtgenoten vragen bij echtscheidingen vaak bewijs van deze clausule.
2. Vrijstelling van inbreng
Met deze clausule bepaalt de schenker dat het geschonken goed niet in mindering hoeft te worden gebracht op het erfdeel van de begiftigde bij het overlijden van de schenker. Dit zorgt ervoor dat het geschonkene buiten de erfverdeling blijft en als een definitief bevoordelende gift wordt beschouwd.
3. Verzorgingsplicht
De schenker kan als voorwaarde stellen dat de begiftigde hem of haar verzorgt zolang hij of zij leeft, en in de noodzakelijke levensbehoeften voorziet indien dat nodig is. Deze verzorgingsverplichting wordt dan contractueel verbonden aan de schenking.
4. Voorbehoud van vruchtgebruik
De schenker kan bepalen dat hij/zij het geschonken goed niet volledig overdraagt, maar het recht behoudt om de vruchten van het goed te blijven genieten gedurende het leven.
Vruchtgebruik is geregeld in het Surinaams Burgerlijk Wetboek en betekent dat de vruchtgebruiker het goed mag gebruiken alsof hij eigenaar is, terwijl de bloot eigenaar de juridische eigendom behoudt.
Vruchtgebruik komt bijvoorbeeld voor:
Bij erfrecht (de langstlevende ouder krijgt vruchtgebruik van het deel van het kind);
Bij verkoop met voorbehoud van vruchtgebruik (verkoper behoudt gebruiksrecht, koper betaalt lagere prijs).
Het vestigen van vruchtgebruik op een onroerend goed gebeurt via een notariële akte, die vervolgens moet worden overgeschreven in de openbare registers van het MI Gliskantoor.
5. Recht van gebruik en bewoning
Een bijzondere vorm van vruchtgebruik is het zakelijk recht van bewoning, waarbij de begunstigde het geschonken onroerend goed mag bewonen met zijn of haar gezin. Dit recht is uitsluitend van toepassing op woningen en geeft het recht om in het pand te wonen, zonder het volledig te bezitten of te verhuren.
Erfrecht

Wat gebeurt er met bezittingen en schulden na een overlijden? – Inzicht in het erfrecht
Wanneer iemand overlijdt, ontstaan er vaak vragen over zijn of haar bezittingen en verplichtingen.
Wie krijgt wat? Wie moet de openstaande schulden betalen? En wat gebeurt er met lopende contracten zoals een koopovereenkomst?
Deze vragen worden beantwoord door het erfrecht – het deel van het recht dat regelt hoe de bezittingen en schulden van de overledene overgaan op de erfgenamen.
Belangrijke begrippen in het erfrecht
Erflater: De persoon die is overleden.
Erfgenaam: Degene die volgens de wet of via een testament recht heeft op (een deel van) de nalatenschap.
Als de overledene geen testament heeft opgesteld, bepaalt de wet wie erfgenamen zijn. De Surinaamse wetgeving onderscheidt vier groepen van erfgenamen, met een vaste volgorde.
De vier groepen erfgenamen volgens de wet
Groep 1:
De wettige of erkende kinderen van de overledene én de langstlevende echtgenoot of echtgenote. Ook kleinkinderen vallen hieronder als hun ouder (het kind van de overledene) al is overleden.Groep 2:
De ouders van de overledene, zijn broers en zussen, en als die overleden zijn: hun kinderen (neven en nichten).Groep 3:
De grootouders en overgrootouders van de overledene. In deze groep wordt de erfenis in twee gelijke delen gesplitst: de ene helft gaat naar de familie van vaderszijde, de andere helft naar moederszijde.Groep 4:
Overige bloedverwanten tot en met de zesde graad – dit zijn bijvoorbeeld achterneven, oudtantes of andere verre familieleden.
Let op: Als er niemand binnen deze vier groepen is die erfgenaam kan of wil zijn, gaat de hele nalatenschap automatisch naar de Staat Suriname.
Erfenis aanvaarden of verwerpen – Uw mogelijkheden als erfgenaam
Als erfgenaam hebt u drie keuzes wat betreft het aanvaarden van de nalatenschap:
1. Zuivere aanvaarding
Bij zuivere aanvaarding accepteert u zowel de bezittingen als de schulden van de overledene. Dit betekent dat u eigenaar wordt van alle baten (zoals geld, huis of waardevolle spullen), maar óók aansprakelijk bent voor eventuele schulden.
Als blijkt dat de schulden hoger zijn dan de waarde van de bezittingen, moet u het tekort uit eigen zak bijpassen. U stapt als het ware volledig in de financiële positie van de overledene.
2. Beneficiaire aanvaarding (aanvaarden onder het voorrecht van boedelbeschrijving)
U kiest ervoor om de nalatenschap alleen te aanvaarden als er meer bezittingen dan schulden zijn. Dit betekent dat u niet met eigen vermogen hoeft bij te betalen als blijkt dat de overledene schulden had die hoger zijn dan zijn of haar bezit.
Wel is dit een formele procedure waarbij de nalatenschap volgens strikte regels moet worden afgehandeld. Denk aan het opmaken van een boedelbeschrijving (overzicht van bezittingen en schulden). Deze route is verstandig als u twijfelt of de nalatenschap positief of negatief is, maar het is vaak tijdrovend en kostbaar.
3. Verwerping van de nalatenschap
Als u ervoor kiest om de erfenis te verwerpen, dan wordt u geacht nooit erfgenaam te zijn geweest. U ontvangt niets. Uw erfdeel komt dan toe aan de overige erfgenamen volgens de wettelijke volgorde.
Bijvoorbeeld: als u als kind van de overledene de nalatenschap verwerpt, dan krijgen uw broers of zussen uw deel erbij – of, als ook zij verwerpen, gaat het verder naar de volgende groep erfgenamen.
© 2025. All rights reserved.
Social Media
Links

